Bouwkostenindexen vergeleken
Nadat eerst door de gevolgen van de Covid-19 pandemie de prijzen van bouwmaterialen flink zijn gestegen, komt daar door de gevolgen van de oorlog in de Oekraïne nog het nodige bovenop. Als gevolg hiervan hebben veel aannemers vragen ten aanzien van het juiste gebruik van indices. In de bouwsector worden, evenals in veel andere bedrijfstakken, indexcijfers gebruikt om de kostenontwikkelingen in de tijd in de sector te volgen en met opdrachtgevers hierover afspraken te (gaan) maken. Er kan gebruik worden gemaakt van verschillende indexen die door diverse instanties worden gepubliceerd.
Het doel van bouwkostenindexen
Het doel van indexering is om kosten- en prijsverschillen tussen dezelfde soort producten, voor zover die worden veroorzaakt door verschillen in de tijd, zichtbaar te maken. Dat is in de bouwsector geen sinecure. Veel bouwwerken zijn uniek, maar slechts een klein deel (ca. 20-30%) is onvergelijkbaar. Het grootste deel (ca. 70-80%) heeft overeenkomstige karakteristieken waardoor ze in zekere zin vergelijkbaar zijn. Het is wel lastig om een prijsindexcijfer samen te stellen dat representatief is voor de B&U of de GWW. Daarom worden indices ontwikkeld voor meerdere deelsegmenten in de bouw. Hetgeen resulteert in een groot aantal indexen.
Diverse instanties stellen bouwkostenindexen vast, de meest gebruikte zijn de indexen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Bureau Documentatie Bouwwezen (BDB), IGG Bouweconomie/MBK, de Commissie Risicoregeling Woning- en Utiliteitsbouw (i.c. Bouwend Nederland) en de Raadscommissie Risicoregeling Grond- Weg- en Waterbouw (i.c. CROW).
Verschillen tussen de verschillende soorten indexcijfers ontstaan doordat de samenstelling en/of de verhoudingen van materialen en referentieprojecten verschillen (de zogenoemde 'mandjes'). Daarnaast kunnen de loonkosten verschillen, omdat uit wordt gegaan van verschillende CAO's of daadwerkelijke betaalde lonen.
Indexcijfers kunnen voor verschillende doeleinden worden gebruikt, waaronder:
- Het op het huidige prijspeil brengen van in het verleden uitgevoerde of gebudgetteerde projecten;
- Het vaststellen van de afkoop voor kostenstijgingen tijdens de bouw;
- Het vergelijkbaar maken naar eenzelfde peildatum van kostengegevens van identieke projecten.
De meeste indices zijn gebaseerd op Input-indexcijfers, wij beperken ons hier tot deze input-indexcijfers, omdat zij ook het meest relevant zijn voor de prijsstijging van bouwmaterialen c.q. bouwprojecten. Input-indexcijfers hebben betrekking op de kostenontwikkeling voor aannemers. Input-indexcijfers worden verkregen door een (of meer) referentieproject(en) periodiek (jaarlijks, maandelijks of per kwartaal) te begroten en de uitkomst te vergelijken met de uitkomst van de voorgaande periode. Bij het begroten van het referentieproject wordt uitgegaan van de prijsontwikkeling van de afzonderlijke kostencomponenten, zoals de gebruikte materialen en het loonkostenbestanddeel waaruit het referentieproject is samengesteld. Bij de bepaling van het totaalindexcijfer worden de indexen van de onderscheiden posten genomen en gewogen opgeteld tot het totaal-indexcijfer.
Toepassing van bouwkostenindexen
Globaal kan onderscheid worden gemaakt tussen bouwkostenindexen voor de B&U-sector en voor de GWW-sector. De bouwkostenindexen voor de B&U-sector hebben veelal betrekking op de kostenontwikkeling van typen gebouwen (woningen, kantoren, bedrijfsgebouwen etc. – CBS, BDB en RWU1991 indexen) terwijl de bouwkostenindexen voor de GWW-sector veelal betrekking hebben op typen werkzaamheden (aanleg van wegen, spoorwegen etc. – CBS-indexen) of de toegepaste materialen (RGWW 1995/CROW indexen).
Het is moeilijk aan te geven welke index voor welk type project of doelstelling het meest geschikt is. Zoals gezegd is elk project in principe uniek, maar heeft het wel bepaalde kenmerken op basis waarvan de ene index beter toepasbaar is dan de ander. Hiernavolgend worden apart de indexeringen op maandbasis voor Woningbouw, Utiliteitsbouw en Grond-, Weg- en Waterbouw in een figuur getoond.
Woningbouw
Voor de woningbouw worden door de verschillende leveranciers een viertal referenties gehanteerd: Eengezinswoningen, portiekwoningen, galerijwoningen en woongebouwen. Onderzoek naar de verschillen tussen de referenties loopt nog, hiervoor hebben we nog onvoldoende materiaal van de leveranciers gekregen. Per type referentie kan er nog sprake zijn van nieuwbouw, onderhoud of renovatie. In onderstaand schema wordt aan de rechterkant de naam van de betreffende indexleverancier gegeven.
Alle indexcijfers uit dit overzicht zijn op de site van Bouwend Nederland, achter de login, te bekijken en te downloaden via deze link of via het pad Feiten & Cijfers> Bouwactueel > Bouwkosten.
Utiliteitsbouw
Voor de utiliteitsbouw worden door de verschillende leveranciers een vijftal referenties gehanteerd: kantoorgebouwen, bedrijfsgebouwen, schoolgebouwen, zorgcomplexen en verpleeghuizen. Onderzoek naar de verschillen tussen de referenties loopt nog, hiervoor hebben we nog onvoldoende materiaal van de leveranciers gekregen. Per type referentie kan er nog sprake zijn van nieuwbouw, onderhoud of renovatie. In onderstaand schema wordt aan de rechterkant de naam van de betreffende indexleverancier gegeven.
Alle indexcijfers uit dit overzicht zijn op de site van Bouwend Nederland, achter de login, te bekijken en te downloaden via deze link of via het pad Feiten & Cijfers> Bouwactueel > Bouwkosten.
Grond-, Weg- en Waterbouw (GWW)
Voor de GWW worden door de verschillende leveranciers een vijftal referenties gehanteerd: Totaal GWW, woonrijp maken, aanleg kunstwerken, aanleg wegen en aanleg spoorwegen. Onderzoek naar de verschillen tussen de referenties loopt nog, hiervoor hebben we nog onvoldoende materiaal van de leveranciers gekregen. Per type referentie kan er nog sprake zijn van nieuwbouw en onderhoud. In onderstaand schema wordt aan de rechterkant de naam van de betreffende indexleverancier gegeven.
Uitgezonderd de indexcijfers met een #, zijn alle indexcijfers uit dit overzicht zijn op de site van Bouwend Nederland, achter de login, te bekijken en te downloaden via deze link of via het pad Feiten & Cijfers> Bouwactueel > Bouwkosten. De indexen met een * worden niet op maandbasis, maar op kwartaalbasis gepubliceerd.
Materiaalindices
Het is aan te raden om vooraf te onderzoeken of het referentiemodel van de te hanteren index aansluit op het betreffende project, of dat eventuele materiaalcomponenten apart meegenomen moeten worden. Bijvoorbeeld wanneer bij een eengezinswoning meer dan gemiddeld gebruik wordt gemaakt van hout, of bij een schoolgebouw meer dan gemiddeld gebruik wordt gemaakt van staal of bij de aanleg van kunstwerken meer dan gemiddeld gebruik wordt gemaakt van kunststoffen.
MKB/IGG voor de B&U en CROW voor de GWW zijn de hoofdleveranciers van materiaalindices zoals uit onderstaand figuur blijkt. De combinatie van een specifieke bouwkostenindex aangevuld met een bepaalde materiaalindex zou voor het merendeel van de projecten een passende manier zijn om de prijsstijgingen te monitoren en/of met de opdrachtgever te verrekenen.
De indexcijfers uit dit overzicht van de RGWW/ CROW zijn op de site van Bouwend Nederland, achter de login, te bekijken en te downloaden via deze link of via het pad Feiten & Cijfers> Bouwactueel > Bouwkosten. De Brink Staalprijsindex respectievelijk de EVP/Kanter Public houtindex zijn beschikbaar op de site van Brink Staalbouw respectievelijk van EVP. De indexcijfers uit dit overzicht van IGG zijn verkrijgbaar via www.bouwkostenindex.nl (tegen abonnementskosten).
Projectindex
Zoals hiervoor al aangegeven, veel bouwwerken zijn uniek, maar slechts een klein deel is onvergelijkbaar. Wanneer deze projecten van enige omvang zijn, is het kostentechnisch ook interessant om een project specifieke index door BDB of IGG te laten maken. Voor vragen over de BDB of IGG indexen kunt u terecht bij de respectievelijke servicedesk of bij de helpdesk van Bouwend Nederland.
Voor het correct toepassen van indexcijfers is het cruciaal om met de volgende aspecten rekening te houden, zoals de gestanddoeningstermijn van de aanbieding, de keuze van de indexreeks, de verrekeningswijze, de start- en de einddatum en de te verrekenen componenten. In de publicaties ‘Loon- en prijswijzigingen tijdens het uitvoeringsproces’ en ‘Stabu Besteksteksten op basis van UAV 2012’ is hierover meer informatie te vinden.