Duurzame inzetbaarheid

Een gezonde bouw- en infrasector vraagt om medewerkers die zich ontwikkelen en gezond en gemotiveerd blijven werken.

Student in Heerhugowaard

Een gezonde bouw- en infrasector vraagt om medewerkers die zich ontwikkelen en gezond en gemotiveerd blijven werken. Duurzame inzetbaarheid is noodzaak voor werkgevers en voor werknemer. Bedrijven moeten ook in de toekomst over voldoende goed gekwalificeerd personeel kunnen beschikken. Voor werknemers is het noodzaak, omdat zij langer moeten doorwerken tot hun pensioen.

De werkgever én de werknemer hebben er allebei belang bij dat werknemers duurzaam inzetbaar zijn. Je zult er dan ook samen voor moeten zorgen dat de werknemer duurzaam inzetbaar blijft. In de praktijk betekent dit, dat je als werkgever, de werknemer ondersteunt bij het verbeteren van zijn duurzame inzetbaarheid. Dat kan op heel veel verschillende manieren; door het aanbieden van scholingsmogelijkheden, ondersteuning bij het ontwikkelen van een gezonde leefstijl, enz. Samenwerking tussen werkgever en werknemer is hierbij belangrijk. Beide partijen zullen actie moeten ondernemen. De werknemer mag niet gaan zitten wachten tot de werkgever oplossingen aanbiedt en vervolgens alle voorstellen weigeren. Omgekeerd kun je als werkgever duurzame inzetbaarheid niet volledig aan de werknemer overlaten. Je zal hem of haar moeten faciliteren en ondersteunen.

Hoe kun je dit in je bedrijf aanpakken?

Duurzame inzetbaarheid is onderdeel van het personeelsbeleid in een bedrijf. Zoals het personeelsbeleid moet passen binnen de algemene bedrijfsvoering, zo past duurzame inzetbaarheid binnen het personeelsbeleid. Dat betekent dat veel bedrijven door hun personeelsbeleid, soms onbewust, ook al de nodige stappen op het gebied van duurzame inzetbaarheid hebben gezet. Belangrijke zaken op dit gebied zijn: het voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken, het maken van een opleidingsplan, enz. 

 

 

Wat doen we?

Binnen het meerjarenprogramma Blijven Investeren in Ontwikkelen (BIO) voert Bouwend Nederland een aantal projecten uit. Deze projecten hebben tot doel bedrijven in de bouw en infra te stimuleren om samen met hun werknemers werk te maken van duurzame inzetbaarheid. Klik hier voor meer informatie over het meerjarenprogramma en de projecten die binnen het programma worden uitgevoerd.

Een belangrijk aspect van duurzame inzetbaarheid is opleiden. Daarom werkt Bouwend Nederland Academy samen met andere branchecheopleidingsinstituten, zoals Bouwopleiders. Voor de meest actuele informatie over de opleidingen en trainingen van onze Academy, klik hier

Wat doet de bouw- en infrasector?

Sociale partners in de bouw vinden dit onderwerp zo belangrijk dat zij hiervoor speciaal een eigen kennisinstituut Volandis hebben opgericht. Verder hebben ze een aantal  specifieke afspraken in de cao gemaakt over duurzame inzetbaarheid. Elke werknemer in de bouw- en infrasector heeft een individueel budget. Volandis stelt kosteloos een Duurzame Inzetbaarheidsanalyse (DIA) beschikbaar voor alle werknemers in de sector. Hieronder lees je meer over de inzet van Volandis.

Wat is de rol van Volandis op het gebied van duurzame inzetbaarheid?

De bouw- en infra wordt vaak genoemd als één van de sectoren waarbij het lastig kan zijn om tot je 68e door te werken. Daar zijn wij ons goed van bewust. We vinden dan ook dat je al op jonge leeftijd moet beginnen met nadenken over duurzame inzetbaarheid.

Onder het motto 'Werk veilig, houd plezier en kijk vooruit' ondersteunt Volandis werkgevers en werknemers bij hun invulling van duurzame inzetbaarheid. Zo heeft iedere werknemer elke vier jaar recht op een DIA: een Duurzame Inzetbaarheidsanalyse. Dit is een gesprek met één van de adviseurs van Volandis dat werknemers inzicht geeft in hun lichamelijke conditie, hoe goed ze in hun vel zitten en wat hun ontwikkelingsmogelijkheden zijn. Volandis doet veel meer dan de DIA uitvoeren. Op hun website vind je onder meer ook complete toolboxmeetings, klaar voor gebruik, de zogenaamde bedrijfstakatlas met cijfers over gezondheid in de sector, een model-RI&E en inspirerende filmpjes met voorbeelden hoe andere bedrijven in de sector met duurzame inzetbaarheid omgaan.

Individueel budget: waar heb je recht op en hoe zet je het in?

Het is de verantwoordelijkheid van de werknemer te zorgen dat hij goed inzetbaar en 'fit for the job' blijft. Om het werknemers ook mogelijk te maken deze verantwoordelijk in te vullen is in de cao Bouw & Infra het individuele budget ingesteld. Dit bestaat uit:

  1. Duurzaam inzetbaarheidsbudget: dit is een percentage van het loon te besteden aan zaken die eraan bijdragen dat de werknemer gezond en gemotiveerd kan blijven werken. De cao noemt de investeringen/kosten die samenhangen met de adviezen uit het DIA-gesprek (let op: het duurzaam inzetbaarheidsbudget en het individueel budget zijn niet hetzelfde. Het duurzaam inzetbaarheidsbudget is onderdeel van het individueel budget).
  2. Verlofdagen: om het inkomen op peil te houden als de werknemer deze dagen opneemt.
  3. Vakantietoeslag.

1) Duurzaam inzetbaarheidsbudget

Het duurzaam inzetbaarheidsbudget bestaat uit een levensloopbijdrage en een budget voor de afbouw van collectieve voorzieningen. Dat laatste wordt jaarlijks verhoogd door onder andere de afbouw van de seniorendagen. Nogmaals: het duurzaam inzetbaarheidsbudget en het individueel budget zijn niet hetzelfde. Het duurzaam inzetbaarheidsbudget is onderdeel van het individueel budget.

Wat moet een werknemer doen met het duurzaam inzetbaarheidsbudget?

Het antwoord is eenvoudig: investeren in zijn eigen duurzame inzetbaarheid. Ofwel zorgen dat hij geestelijk en lichamelijk fit blijft, door te investeren in opleiding, kennis en levensstijl. De werknemer is hiervoor zelf verantwoordelijk. Met het duurzaam inzetbaarheidsbudget betaalt de werknemer zelf voor zaken die bijdragen aan zijn duurzame inzetbaarheid. Dat kan zijn door het opnemen van vrije dagen, een abonnement op de sportschool of een opleiding. Zo kan de werknemer gemotiveerd en gezond blijven deelnemen aan het arbeidsproces, en gezond de pensioenleeftijd halen.

Hoe moet de werknemer dit aanpakken?

De werknemer krijgt ondersteuning van Volandis, het kenniscentrum voor duurzame inzetbaarheid in de bouw en infra. De cao Bouw & Infra (artikel 61) geeft de werknemer 1x in de vier jaar recht op een onafhankelijk advies: DIA = Duurzame Inzetbaarheidsanalyse. De DIA wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van Volandis. De investeringen (kosten) die voortvloeien uit dit advies moet de werknemer zelf uit het individueel budget betalen. Het individueel budget is dus bestemd voor zaken als een opleiding, een bijdrage aan de kosten op het abonnement van een sportvereniging, hulp bij stoppen met roken of de aankoop van vrije dagen.

N.B. De opleiding die de werknemer nodig heeft om de huidige functie te kunnen blijven uitoefenen is voor rekening van de werkgever. Studiekosten boven de €250 kunnen worden afgetrokken bij de aangifte inkomstenbelasting. Voor meer informatie en de voorwaarden check je de website van de BelastingdienstDownload de brochure van cao-partijen in de bouw en infra over het individueel budget. We organiseren verschillende activiteiten om bedrijven te ondersteunen op het gebied van duurzame inzetbaarheid. 

2) Verlofdagen

• De waarde van tien roostervrije dagen (bouwplaats) of vijf roostervrije dagen (UTA).
• De waarde van vijf bovenwettelijke vakantiedagen.
• De waarde van drie kortverzuimdagen.

De waarde van bovenwettelijke vakantiedagen, vrij opneembare roostervrije dagen en kortverzuimdagen maakt deel uit van het individueel budget. Op het moment dat deze dagen genoten worden, moeten werknemers, als zij het inkomen op peil wil houden, dit uit hun individueel budget financieren.

3) Vakantietoeslag

Er wordt 8% vakantietoeslag per loonbetalingsperiode gestort in het individueel budget. Bouwplaatswerknemers krijgen het individueel budget in het tijdspaarfonds gestort. UTA-werknemers krijgen dit budget met het salaris rechtstreeks uitbetaald. Als zij hebben gekozen voor het tijdspaarfonds, wordt het individueel budget in het tijdspaarfonds gestort.

Hoe zit het met de werkgeversbijdrage?

Iedere werknemer beschikt over een individueel budget. De werknemer heeft recht op een bijdrage van de werkgever aan dit individueel budget. De jaarlijkse werkgeversbijdrage aan het individueel budget is sinds 1 januari 2019 als volgt samengesteld en wordt door de werkgever per loonbetalingsperiode van vier weken of een maand uitbetaald.

*Op deze percentages wordt 1,5%-punt in mindering gebracht indien de werkgever, voor werknemers die deelnemen aan de levensloopregeling en doorsparen, de werkgeversbijdrage van 1,5% voor de levensloopregeling betaalt (artikel 48, cao Bouw & Infra).
**De bijdrage Duurzame inzetbaarheid is met ingang van 1 augustus 2018 niet van toepassing voor leerlingwerknemers, maar is opgenomen in het brutoloon (bijlage 10a, tabellen IVa, IVb en IVc cao Bouw & Infra).

Fenneken Lamaker beleidsadviseur duurzaam inzetbaarheid