Aanvullingsfonds
Wat zegt de cao BTER?
Het Aanvullingsfonds voor de Bouwnijverheid is een onderdeel van de cao Bedrijfstak Eigen Regelingen 2016-2019. Het Aanvullingsfonds verstrekt 'aanvullingen' aan werknemers die een SV-uitkering ontvangen en verstrekt 'stimuleringsuitkeringen bij re-integratie'. Daarnaast voorziet het fonds in een tegemoetkoming in de loonkosten voor 'extra verlofdagen' (EVD) van werknemers die 55 jaar of ouder zijn.
Overgangsregeling re-integratiebonus
De bepalingen over de re-integratiebonus staan vermeld in het Reglement Re-integratie van het Aanvullingsfonds opgenomen in de cao Bedrijfstak Eigenregelingen.
In het tweede ziektejaar krijgt de werknemer 70% van zijn vast overeengekomen loon doorbetaald. Als hij in het tweede ziektejaar re-integreert in zijn oude of een nieuwe functie binnen of buiten het bedrijf of de bedrijfstak, bestaat er onder voorwaarden recht op de re-integratie bonus voor zowel werkgever als werknemer (cao Bouw & Infra). De re-integratiebonus is afgeschaft voor werknemers die op of na 1 januari 2022 ziek worden. Dan heeft de werknemer geen recht meer op de re-integratiebonus die door werkgever wordt uitgekeerd en heeft de werkgever geen recht op de bonus die door het Aanvullingsfonds Bouw & Infra aan de werkgever wordt uitgekeerd.
De werknemer ontvangt van zijn werkgever een eenmalige aanvulling tot 100% van het vast overeengekomen loon.
De werknemer heeft recht op de bonus als:
- De werknemer minimaal twee betalingsperioden van elk vier weken of een maand onafgebroken weer aan het werk is in zijn tweede ziektejaar. Als in het tijdvak van twee betalingsperioden een vakantie valt, wordt dit tijdvak verlengd met de duur van de vakantie;
- De werknemer per betalingsperiode minimaal 50% van het vast overeengekomen loon (VOL) verdient dat hij verdiende voordat hij ziek werd;
- Zijn tweede ziektejaar is ingegaan op of na 1 januari 2005;
- De eerste ziektedag voor 1 januari 2022 heeft plaatsgevonden.
Voldoet de werknemer aan bovenstaande eisen en blijft hij in dienst bij de oorspronkelijke werkgever, heeft hij over de periode vanaf de eerste dag van zijn tweede ziektejaar tot en met de laatste dag van de tweede betalingsperiode dat hij weer aan het werk is (en minimaal 50% van het VOL verdient), recht op een aanvulling ineens tot 100% van het VOL dat hij verdiende voordat hij ziek werd. De periode waarover de aanvulling plaats vindt kan echter nooit langer zijn dan 12 maanden. De aanvulling kan ook nooit meer dan één keer per jaar worden verstrekt.
Als de re-integratie gebeurt middels indiensttreding bij een andere werkgever en wordt voldaan aan de bovenstaande voorwaarden, heeft de werknemer vanaf de eerste dag van zijn tweede ziektejaar tot en met de laatste dag voor de indiensttreding bij de andere werkgever recht op een aanvulling tot 100% van het VOL dat hij verdiende voordat hij ziek werd. De periode waarover de aanvulling plaats vindt kan nooit langer zijn dan 12 maanden. De aanvulling kan ook nooit meer dan één keer per jaar worden verstrekt.
De werkgever die de hiervoor genoemde aanvulling ineens aan de werknemer heeft betaald, heeft recht op een bonus van € 2.500 uit het Aanvullingsfonds. De administratieve voorwaarden hiervoor staan op de website van het Aanvullingsfonds.
Overgangsregeling extra roostervrije dagen oudere werknemers
Voor oudere werknemers is een Overgangsregeling extra roostervrije dagen oudere werknemers (extra RVD) opgenomen in paragraaf 3.3 van de cao Bouw & Infra.
De werkgever heeft recht op een tegemoetkoming voor deze extra RVD. In de cao Bedrijfstak eigen regelingen is het Reglement Overgangsregeling extra roostervrije dagen oudere werknemers opgenomen, waarin de regels staan over hoe de werkgever in aanmerking kan komen voor deze tegemoetkoming. De werkgever heeft alleen recht op de tegemoetkoming voor de extra roostervrije dagen van bouwplaatswerknemers en dus niet van uta-werknemers.
Aantal extra RVD
Werkgevers, komen voor de tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Reglement in aanmerking. Er geldt een maximum aantal extra roostervrije dagen dat de werkgever per bouwplaatswerknemer per kalenderjaar kan declareren. Dit maximum is hetzelfde als het aantal dagen waar de werknemer volgens de Bouw & Infra cao recht op heeft en is in de onderstaande tabel weergegeven.
Geboortejaar | Aantal extra dagen | Met ingang van (leeftijdsgrens) |
1955 of eerder | 13 | 60 jaar |
1956-1960 | 10 | 55 jaar |
1961 | 10 | 57 jaar |
1962 | 9 | 57 jaar |
1963 | 8 | 57 jaar |
1964 | 7 | 57 jaar |
1965 | 6 | 57 jaar |
Tegemoetkoming
De tegemoetkoming geldt alleen voor de extra roostervrije dagen die in het kalenderjaar waarin ze zijn opgebouwd, worden opgenomen dan wel uitbetaald. Ook de loonkosten voor bedoelde extra roostervrije dagen van oudere werknemers die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn, komen voor de tegemoetkoming in aanmerking.
Geen recht op tegemoetkoming
Extra roostervrije dagen komen niet voor de tegemoetkoming in aanmerking wanneer:
• de werknemer op de extra roostervrije dag heeft gewerkt;
• de werknemer op de extra roostervrije dag ziek is;
• de werknemer op een extra roostervrije dag een uitkering ontvangt op grond van een andere regeling of een van de sociale verzekeringswetten.
De tegemoetkoming geldt niet voor feest- en verlofdagen en voor onderling overeengekomen en collectief aangewezen roostervrije dagen.
Einde dienstverband
Het Aanvullingsfonds verstrekt de tegemoetkoming alleen over niet opgenomen extra roostervrije dagen als het dienstverband van de betreffende werknemer tijdens arbeidsongeschiktheid wordt beëindigd en het recht op die extra roostervrije dagen wel is opgebouwd.
Declareren binnen zes maanden na opname extra RVD
De werkgever dient binnen zes maanden na het opnemen van een extra roostervrije dag een declaratie in bij het Aanvullingsfonds. Na zes maanden vervalt het recht op declaratie van de extra roostervrije dag. De administratieve voorwaarden hiervoor staan op de website van het Aanvullingsfonds.
Pensioenopbouw bij werkloosheid en/of ziekte tijdens werkloosheid
De werknemer die direct aansluitend op zijn dienstbetrekking met zijn werkgevers recht heeft op een uitkering als bedoeld in de Werkloosheidswet (hierna: WW) of de Ziektewet (hierna: ZW) heeft gedurende maximaal 6 maanden na het einde van de dienstbetrekking en gedurende die WW- en/of ZW-uitkering recht op betaling van een bedrag aan de pensioenuitvoerder ten behoeve van de voortzetting van de ouderdomspensioenopbouw (hierna: aanvulling pensioenpremie) (artikel 4 Reglement Aanvullingen en Uitkeringen van het Aanvullingsfonds, cao BTER).
Hoogte van de aanvulling
De hoogte van de aanvulling pensioenpremie is 65% van de pensioenpremie bij deelname in het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid. Als de
werknemer geen deelnemer is in het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid maar in een ander pensioenfonds, dan wordt de werknemer voor de vaststelling van de hoogte van de aanvulling pensioenpremie geacht over de periode waarover de WW- en/of ZW-uitkering is ontvangen deelnemer te zijn in het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid.
De hoogte van de aanvulling pensioenpremie wordt vastgesteld op basis van het laatst bekende gemiddelde pensioenloon over een aaneengesloten periode van een halfjaar voorafgaande aan de eerste dag van de WW- of ZW-uitkering, waarop de werknemer ten minste de voor hem normale tijd werkzaam was. Als de vastgestelde aanvulling pensioenpremie een onwaarschijnlijke uitkomst heeft, kan het bestuur een ander bedrag vaststellen op basis van representatieve gemiddelden in de bedrijfstak.
Aanvulling aanvragen
De bouwplaatswerknemer moet zich voor het aanvragen van de aanvulling pensioenpremie melden bij een vakbondsconsulent van FNV, CNV Vakmensen of vakvereniging het Zwarte Corps. De uta-werknemer kan zich voor het aanvragen van de aanvulling pensioenpremie melden bij APG.
De melding door de ex-werknemer dient plaats te vinden binnen twee jaar na beëindiging van het recht op de WW- en/of ZW-uitkering of, als het recht op WW en/of ZW-uitkering langer dan 6 maanden duurt, binnen twee jaar na het verstrijken van die 6 maanden.
Eindejaarsuitkering aan WAO- en WIA-uitkeringsgerechtigden
Een ex-werknemer die al geruime tijd een WAO-/ of WIA-uitkering ontvangt, heeft mogelijk recht op een Eindejaarsuitkering vanuit het Aanvullingsfonds. De voorwaarden voor het aanvragen van een dergelijke Eindejaarsuitkering kun je vinden in het Reglement Aanvullingen en uitkeringen van het Aanvullingsfonds van de cao BTER en op de website van het Aanvullingsfonds.