Overwerk en spaarurenmodel

Student Bouwmensen

Het kan zijn dat een werknemer buiten het dagvenster (tussen 7.00 - 19.00 uur) moet werken. Voor deze situatie zijn er in de cao Bouw & Infra speciale regels opgenomen. Deze kan je vinden in artikel 2.8 en 2.9 cao Bouw & Infra (overwerk en spaarurenmodel voor bouwplaatswerknemers), artikel 5.3 (toeslag bijzondere uren), artikel 5.7 (overwerktoeslag). De regels over overwerk door uta-werknemers vind je in artikel 2.8.1 en 2.8.3 en in art. 5.7.4.

Overwerk bouwplaatswerknemers

Er is sprake van overwerk als er op een dag meer wordt gewerkt dan volgens het vastgestelde rooster. Verplichte extra uren uit het hieronder besproken spaarurenmodel zijn geen overwerk. De werknemer is niet verplicht over te werken en structureel overwerk is niet toegestaan. Aan het laten overwerken van bouwplaatswerknemers zijn diverse voorwaarden verbonden die in artikel 2.8.2 van de Bouw & Infra cao te vinden zijn. De werkgever heeft bijvoorbeeld instemming nodig van tenminste 70% van de betrokken werknemers. Daarnaast heeft de werknemer die overwerkt recht op de overwerktoeslag zoals vermeld in artikel 5.7 van de Bouw & Infra cao.

Per dag mag maximaal 13 uur worden besteed aan (over)werk, reistijd en pauze (artikel 2.8.2). Indien de arbeidstijd, de in bijlage 3 voorgeschreven pauze (kolom basisregeling bij toepassing van de basisregeling en kolom kaderregeling bij toepassing van de kaderregeling) en de werkelijke reistijd samen, meer bedragen dan 13 uur per dag, zal de arbeidstijd in zoverre worden ingekort. De in de arbeidstijd vallende reisuren zullen als arbeidsuren worden betaald.

Per project houdt de werkgever een overwerklijst bij, waarop hij per werknemer het aantal overwerkuren per week noteert en de keuze van de werknemer voor een vergoeding in tijd of geld (art. 5.7 van de cao). De werkgever geeft deze lijsten eenmaal per jaar aan de OR of PVT. Als er geen medezeggenschapsorgaan is en het wel gaat om een onderneming met tien of meer werknemers, dan dient de werkgever het onderwerp overwerk één keer per jaar te bespreken, met de werknemers. De werkgever stelt voor dit overleg de overwerklijsten ter beschikking.

Wanneer de werkgever zijn werknemers langer dan een week, meer dan 25% laat overwerken op een project, dan vraagt hij daar advies over aan de OR of PVT. Als er geen medezeggenschapsorgaan is dan vraagt de werkgever advies aan de betrokken werknemers.

Spaarurenmodel

Het spaarurenmodel is in paragraaf 2.9 van de Bouw & Infra cao terug te vinden.

Het spaarurenmodel geldt voor de bouwplaatswerknemer (artikel 2.9.1 van de cao). Spaaruren bestaan uit verplichte extra uren en/of reisuren. Het spaarurenmodel heeft als doel om pieken en dalen in de productie op te vangen. In perioden waarin er veel werk is (vaak is dit in de maanden april tot en met oktober), bouwt de werknemer spaaruren op. In perioden waarin er minder werk is (vaak van november tot en met maart), mag de werkgever spaaruren inzetten om de werknemer minder dagen te laten werken. De financiële afwikkeling verloopt via het tijdspaarfonds. Dit gebeurt volgens de regels van 4.15 en bijlage 4 van de Bouw & Infra cao.

De werkgever kan de bouwplaatswerknemer verplichten tot deelname aan het spaarurenmodel. Deelname aan het spaarurenmodel kan echter niet verplicht worden gesteld voor minderjarige bouwplaatswerknemers, bouwplaatswerknemers die in deeltijd werken en personen die niet bij de werkgever in dienst zijn, zoals uitzendkrachten (artikel 2.9.2 van de cao).

De werkgever kan de werknemer ieder kalenderjaar verplichten maximaal 80 spaaruren op te bouwen. De opbouw mag worden gespreid over in totaal 26 weken. Gaat het om infrawerkzaamheden waarbij de kaderregeling wordt toegepast? Dan ligt het maximum op 160 spaaruren. Verplicht extra uren werken gebeurt in eenheden van minstens een half uur. Hierbij gelden maxima van 3 uur per week en 64 uur per kalenderjaar. Gaat het om infrawerkzaamheden waarbij de kaderregeling wordt toegepast? Dan gelden maxima van 5 uur per week en 128 uur per kalenderjaar. Om aan het maximum aantal spaaruren per jaar te komen, kan de werknemer ook reisuren inleggen. De werkgever rekent de verplichte extra uren en de reisuren om naar het aantal spaaruren. Eén verplicht extra uur is gelijk aan één spaaruur plus het voor dat uur geldende toeslagpercentage volgens tabel 2.9.4. van de Bouw & Infra cao.

De omrekening van reisuren naar spaaruren gaat als volgt. Is het garantieloon van de werknemer gelijk aan het garantieloon in functiegroep A of lager? Dan is één reisuur gelijk aan één spaaruur. Is zijn garantieloon hoger? Dan deelt de werkgever het garantieloon van functiegroep A door het garantieloon van de werknemer. In het laatste geval levert één reisuur dus minder op dan één spaaruur. De werkgever mag dit niet compenseren met verplichte extra uren. In Tabel 2.9.3 van de Bouw & Infra cao is een voorbeeld omrekening van de reisuren in spaaruren te zien voor een werknemer met een garantieloon volgens tabel 4.2 van de Bouw & Infra cao.

De werkgever mag spaaruren inzetten in perioden waarin er minder werk is. Dit gebeurt uitsluitend in hele dagen. De werkgever geeft de werknemer een overzicht waaruit is af te lezen wanneer hij hoeveel spaaruren gaat inzetten. Dit doet hij ten minste zeven dagen vooraf. De werkgever bewaart het overzicht in zijn administratie. De werkgever heeft jaarlijks tot 1 april de tijd om opgebouwde spaaruren in te zetten. Zijn er op die datum nog spaaruren over? Dan vervallen die, tenzij de werknemer ervoor heeft gekozen ze over te hevelen naar de volgende spaarurenperiode. In dat laatste geval kan de werkgever deze uren inzetten tot 1 april van het volgende kalenderjaar (artikel 2.9.3 van de cao).

De werkgever stort het loon over de verplichte extra uren en de ingelegde reisuren op de rekening van de werknemer bij het tijdspaarfonds. Per verplicht extra uur gaat het om één uur vast overeengekomen loon plus het voor dat uur geldende toeslagpercentage volgens tabel 2.9.4 van de Bouw & Infra cao. Per reisuur is het één uur garantieloon met een maximum van het garantieloon in functiegroep A.

De werkgever die spaaruren inzet, hoeft over die dagen niet opnieuw loon te betalen. De werknemer kan dit loon van zijn rekening bij het tijdspaarfonds halen. Daarom is het belangrijk dat hij dit deel van zijn tegoed bij het tijdspaarfonds niet voor andere doelen gebruikt, zolang hij nog spaaruren heeft die de werkgever kan inzetten (artikel 2.9.4 van de cao).

De werktijd, voorgeschreven pauze(s) en werkelijke reistijd mogen samen niet langer duren dan 13 uur per dag. Zo nodig wordt de werktijd ingekort om binnen deze grens te blijven. De reisuren die daardoor in werktijd vallen, worden als gewerkte uren betaald. Zolang de werknemer nog spaaruren over heeft, mag de werkgever hem niet ontslaan. Een uitzondering geldt voor ontslag op staande voet op grond van artikel 7:677 BW. Zet de werkgever spaaruren in om werknemers vrij te roosteren? En blijkt er toch werk te zijn? Dan vraagt de werkgever eerst de vrijgeroosterde werknemers of zij dit werk willen doen.

Een afwijkend spaarurenmodel mag alleen worden toegepast na instemming van de werknemersorganisaties FNV en CNV Vakmensen. De werkgever stuurt een kopie van de met deze organisaties gemaakte afspraken aan het Technisch Bureau Bouw & Infra (artikel 2.9.5 van de cao).

Overwerk uta-werknemers

Een uta-werknemer kan niet worden verplicht overwerk te verrichten. Structureel overwerk dient in beginsel te worden vermeden (artikel 2.8.3). Aan de werknemers zal schriftelijk worden bekendgemaakt op welke wijze compensatie wordt gegeven voor door de werkgever opgedragen overwerk van aanmerkelijke omvang. Voor het geval een werkgever niet schriftelijk bekend heeft gemaakt op welke wijze hij overwerk compenseert, alsmede indien per saldo minder dan het uurloon wordt gecompenseerd, worden de overuren van werknemers in de functies tot en met niveau drie minimaal vergoed tegen het geldende salaris per uur dan wel tijd voor tijd (artikel 5.7.4 van de cao).